Op de fiets, mijn trappers draaien in ‘t rond

Voluit tegenwind, God; wat voel ik me gezond

Ik voel me weer als een kind, vol energie en blijheid

Dwars tegen de elementen in, mijn eigen kleine strijd

Met elke trap, voel ik mijn toenemende innerlijke macht

De wind trotserend, vol been- en levens kracht

Mijn haren wapperen blij, voel me even  helemaal vrij

Ik voel me levendig, even de dagelijkse sleur voorbij

Fietsend tegen de wind, ben ik écht nergens bang voor 

Hoor ik slechts de natuur, met haar stormende engelenkoor

De wereld wordt al maar kleiner, naarmate ik meer snelheid maak

Een bescheiden avontuur op twee wielen, de rest is bijzaak

Met elke bevrijdende stamp op de pedalen

Word ik één met mijn innerlijke, avontuurlijke verhalen

De wind fluistert vanzelf de woorden in mijn oor

Als een melodie van vrijheid, gaat het door en door

Dus fiets ik voort, tegen alle winden in

Heb ik een lach op mijn gezicht, en eeuwig vrolijke zin

Als een kind, vol levenslust en teruggekeerde jeugd

Op mijn fiets, in de wind, met grenzeloze vreugd.

©gertdegoede